ma-deuxieme-vie

Alles over wonen en leven in Frankrijk
Alle informatie overzichtelijk & compleet

La Sainte-Trinité van Fécamp.

La Sainte-Trinité van Fécamp.

Fécamp was in de oudheid al een belangrijke strategische plaats vanwege haar ligging op het plateau van Caux. Ook voor de Romeinen stond dat al vast, Zij namen dit deel van Normandië in, wat toen nog werd bewoond door Gallische heidenen en stichtten er een nederzetting. De Galliërs berustten in de overheersing en een van hun leiders, Merca, liet zich zelfs bekeren tot het ware geloof.

Hij liet een grote boom kappen, welke hij op een heuvel liet plaatsen en verklaarde dat de boom als het altaar van de drie-eenheid dienst zou doen.

Een opvolger van Merca, Bozo, bouwde later een kleine kerk over het altaar, die later totaal verviel.

Anségise, de latere gouverneur van Caux, die in Fécamp huisde, trof tijdens een jachtpartij de ruïne van de kerk en het altaar aan. Hij vond dat dit in eer hersteld diende te worden. Maar wel op een andere plaats. Gedurende hun jacht stuitte hij met zijn metgezellen op een groot, wit hert. Het dier bleek echter niet door de jagers, noch door de honden te benaderen te zijn.

Het hert draaide kleine rondjes waardoor de hoeven een cirkel in de grond maakten. Plotseling was het hert verdwenen, maar de cirkel was voor Anségise een teken dat daar de nieuwe kerk moest worden gebouwd.

Met de bouw werd begonnen in 658. Enige tijd later spoelde als door een wonder een relikwie aan die het bloed van Christus zou bevatten. Het zou eigendom zijn geweest van Isaac, de zoon van Josef van Arimathea en op onnavolgbare wijze zijn weg hebben gevonden naar de stranden van de Pays de Caux. Vanaf dat moment werd deze relikwie het middelpunt van de bouw. De kerk en de eerste abdij werden uiteindelijk in gebruik genomen door nonnen die leefden volgens de regels van Benedictus.

In 665 werd de eerste abdij ingezegend.

Tijdens de eerste invallen van de Noormannen in de 9de eeuw werd de abdij in 841 volledig verwoest. De relikwieën werden veilig gesteld.

 

Robert I, graaf van Normandië, die zich bekeerd had tot het Roomse geloof, begon in 933, bijna 100 jaar na de verwoesting van de abdij, met de herbouw van het klooster. Het was echter zijn zoon, Richard I die, in samenwerking met de door hem aangetrokken William van Volpiano de bouw van de Abdij in Fécamp begon. De abdij en haar monniken moesten hier gaan leven volgens de regels van de Orde van de Benedictijnen. Om die reden moest zij op dezelfde manier worden uitgevoerd als die, welke ook golden in de abdij van Cluny.

De abdijkerk van de Heilige drie-eenheid werd opgetrokken in Romaanse stijl met de gele stenen van Caen en aangevuld met steen uit Fécamp.

In de abdij werden de oude relieken terug geplaatst en opnieuw ingezegend in 1106 door de aartsbisschop van Rouen. Later, onder het bewind van de Plantagenets ontstond het scriptorium waarin tal van verlichte manuscripten zijn geproduceerd en nog steeds toegankelijk zijn voor het publiek. Vanaf dat moment ontwikkelde de abdij zich, vanwege de aantrekkingskracht van de relikwieën, waaronder het Kostbaar Bloed, door tal van pelgrims en visserlieden en de schenkingen die hierdoor binnenkwamen, tot de meest weelderige van Normandië.

 

In 1165 werd de abdij volledig verwoest door een enorme brand. In 1168 werd begonnen met de herbouw, in Gotische stijl. In de loop de jaren zijn er nog tal van verbouwingen en restauraties uitgevoerd.

 

De abdij heeft nog steeds de klassieke gevel. Onder de hoge diagonale rib gewelven ligt een grandioze geschiedenis aan kunst en geloof op u te wachten.

Indrukwekkend is het orgel. Aanvankelijk was er een orgel uit de 11de eeuw voorzien. Het nieuwe orgel was eigenlijk bestemd voor de abdij van Montivilliers, maar opgebouwd in de abdij van Fécamp in 1803. Het monumentale instrument werd in 1883 door de beroemde orgelbouwer Cavaille-Coll geheel ontmanteld en heropgebouwd.

 

Gelegen in het centrum geeft de abdij, met de grootsheid van een kathedraal, een eerste indruk van soberheid met de lange buitenwand met kleine puntige ramen. U zult gecharmeerd zijn door de mystieke geest van de bouwers uit de middel eeuwen. U ontdekt tal van schatten uit de 15de eeuwse pracht en praal gewijd aan de Heilige Maagd, de renaissance schoonheid van de bekabelde kolommen in de kooromgang, de barokke kroon boven het hoofdaltaar.

De majestueuze lantaarntoren die het koor verlicht waar eens de monniken stonde illustreert nog steeds de artistieke kwaliteit van de Normandische architecten uit de middeleeuwen.

 

De abdij van Fécamp is groter dan de kathedraal van Rouen en langer dan de Notre-Dame van Parijs. De lantaarn toren en de elegante interieur architectuur, behoren tot de beste voorbeelden van de Normandische gotiek.