Historie van Frankrijk: Aanloop tot de absolute monarchie
Onder Lodewijk XI dreigden opnieuw opstanden van de edelen. Zij wisten zich gesteund door de Bourgondische hertog Karel de Stoute.
Door omkoping en steun uit geheime hoek wist Lodewijk de rellen neer te slaan. Na de dood van Karel werden Bourgondië en Picardië bij het Franse rijk ingelijfd. Lodewijk trouwde met Anna van Bretagne waardoor in 1491 ook Bretagne deel uit ging maken van Frankrijk.
De tegenstellingen tussen Valois en Bourgondië waren uitgegroeid tot een strijd tussen de Valois en de Habsburgers. Zij breidde zich uit tot in de Nederlanden en vanaf 1494 ook in Italië waar het ging om de macht over de steden Milaan en Napels. De Italiaanse oorlogen bleken de inzet en een onderdeel van de strijd van vooral Frans I tegen de Habsburgse omsingeling. Bij de vrede van Cateau-Cambrécis in 1559 gaf Frankrijk Italië, Vlaanderen en Artesië prijs. Het kon in ruil daarvoor Metz, Toul, Verdun en Calais aan haar grondgebied toevoegen.
Tussen 1562 en 1598 stond het land opnieuw in brand. Nu was de oorzaak de partijstrijd tussen de protestantse Hugenoten, die geleid werden door de Bourbons, en aan de andere kant de katholieken onder leiding van de Guises. De zwakke koning Hendrik III trachtte hiertussen te schipperen.
Na de moorden op de hertog van Guise in 1588 en op koning Hendrik III in 1589 ging de kroon over op de Bourgondische Hugenoot Hendrik van Navarra.
Deze Hendrik was slim. Hij stapte over op het katholicisme en nam daardoor de oppositie de wind uit de zeilen. In 1598, bij het Verdrag van Vervins sloot hij vrede met Spanje dat tot aan dat moment zijn tegenstanders had gesteund.
Datzelfde jaar verleende hij via het Edict van Nantes godsdienstvrijheid aan de Hugenoten.
Bijgestaan door zijn minister Sully ging hij zich toeleggen op het economisch herstel van het land.
De daar op volgende periode van Maria de Médici en de eerste jaren van Lodewijk XIII was niet het sterkste tijdperk in de Franse historie. Hierin kwam snel verandering door het krachtige optreden van Kardinaal / Minister Richelieu.
telde voor drie?
In 1628 schakelde hij de Hugenoten als politieke macht uit. De adel en de parlementen verloren veel van hun invloed. Dit leidde er toe dat na 1614 de Staten Generaal niet meer vergaderden. Richelieu was een schipperaar. In de dertig jarige oorlog koos hij de kant van de protestante mogendheden alleen om de Habsburgers te vernederen.
Zijn opvolger Mazarin kon daardoor in 1648 bij de Vrede van Westfalen een groot deel van de Elzas opeisen en toevoegen aan Frankrijk.
Nadat het verzet van de adel definitief was neergeslagen stond niets de absolute monarchie nog in de weg. De strijd met de Spaanse Habsburgers werd verhevigd voortgezet. Inmiddels had Lodewijk XIV de troon bestegen. Door zijn Spaanse huwelijk kwam zelfs de Spaanse kroon binnen bereik. Onder zijn bewind was Frankrijk de machtigste staat in Europa. Handel en industrie werden sterk gestimuleerd. Overzeese kolonisatie werd afgedwongen door een sterke zeemacht te organiseren.
In 1685 werd het Edict van Nantes herroepen. Dit had desastreuze gevolgen voor het land. De protestantse Hugenoten verlieten massaal het land. De economie en vooral de industrie kregen zware klappen te verduren.
Intussen verschaften de Devolutie-oorlog (1665-1669) en de Hollandse Oorlog ( 1672-1678) aan Lodewijk Franche-Comté en tal van grensplaatsen in de Zuidelijke Nederlanden. Dit ging ten koste van Spanje.
Ook werd in vredestijd het restant van Elzas en Luxemburg bezet. De andere Europese machten begonnen zich hierbij onrustig te voelen. Georganiseerd door de Hollandse stadhouder Willem III – later koning van Engeland brachten zij het evenwicht in Europa terug. Hiervoor waren de negenjarige oorlog (1688-1697) en se Spaanse Successieoorlog (1701-1714) wel noodzakelijk.
Na de Zonnekoning werd de macht overgenomen door Philips van Orléans en Lodewijk XV. Zij voerden een slecht financieel beleid en Frankrijk stond op de rand van een bankroet. Philips werd aan de kant geschoven en vanaf 1743 regeerde Lodewijk XV het land alleen. Opnieuw liet hij zich echter leiden door dubieuze figuren, zoals Madame de Pompadour.
De Oostenrijkse Successieoorlog (1740-1748) en de Zevenjarige Oorlog (1756-1763) gaven niet wat Frankrijk er van verwachtte. De verliezen waren groot. De overmacht op zee en de invloed op de koloniale gebieden ging geheel verloren en werden overgenomen door aartsvijand Engeland.
Frankrijk raakte haar zeggenschap in Canada, Louisiana en Voor-Indië geheel kwijt. In Europa kon nog wel Lotharingen en Corsica worden ingelijfd. Onder de zwakke Lodewijk XVI werden nog wel financiële hervormingen doorgevoerd. Maar de staatsschulden liepen onrustbarend op. Na 1614 werden de Staten Generaal voor het eerst weer bijeengeroepen om de situatie te bespreken.
De Franse Revolutie
De onrust onder de bevolking nam meer en meer groeiende vormen aan. De zwakke regering wist niet met de nodige maatregelen te komen. Op 17 juni 1789 riep de bevolking zichzelf uit tot Nationale Vergadering. Men riep per declamatie de rechten van de mens en de burger uit. Feodale rechten en standenprivileges werden afgeschaft.
Een kleine maand later bestormde het volk de Bastille. Deze Parijse gevangenis stond symbool voor de monarchie. 14 juli werd het symbool voor het begin van de Franse Revolutie
Er braken roerige tijden aan. Het koningshuis viel. Hoewel de koning aan het hoofd van de regering bleef staan.
In 1791 werd de nieuwe grondwet door de koning erkend. Hij gebruikte echter wel zijn vetorecht. Hierin bleef hij de gehate edelen en de onbeëdigde priesters in bescherming nemen. Het volk nam het niet.
De opstandige Parijse gemeenteraad en de nieuw ingestelde Nationale Conventie riepen tussen 21 en 25 september 1792 de "eerste republiek" uit. Weer kwam er onenigheid. In de conventie werd de macht betwist door twee groepen; de Girondijnen die voornamelijk bestonden uit gematigde republikeinen en de Montagnards onder leiding van bekende figuren zoals Danton, Robespierre, Hébert en Marat.
De laatsten schakelden na veel bloedvergieten de Girondijnen uit. Maar later ontstond hier intern ook weer verdeeldheid, met name tussen de aanhangers van Danton en Hébert.
Robespierre bracht hen uiteindelijk samen ten val. Maar zijn ingreep had tot gevolg dat hij zelf in 1794 om het leven werd gebracht.
Na deze periode vol geweld keerde de rust even terug. De grondwet van het jaar III en het Directoire werden geschreven. Het Directoire was tevens een nieuwe vergadering. Tevergeefs probeerde deze het gezag en de orde te herstellen.
Opnieuw volgde een opstand van de Parijse burgerij. Deze opstand werd bloedig neergeslagen door de Corsicaan Napoleon Bonaparte.
Maar ook had men te kampen met voortdurende katholieke en koningsgezinde opstandelingen in de Vendée, naast grote financiële problemen.
Wel wist de republiek zich goed te weren tegen buitenlandse vijanden. Eind 1793 was Frankrijk volledig gezuiverd van vreemde elementen. Men ging er zelfs aan denken het revolutionaire gedachtengoed over Europa te verspreiden.
Het Directoire zond Napoleon naar Egypte waarmee het het begin inluidde van haar koloniale macht in Noord Afrika. De gedachte hierachter was echter weer tweeledig. Uitbreiding van macht en grondgebied was belangrijk. Maar men had ook gedacht op deze manier van Napoleon af te komen. Zijn invloed werd te groot.
Consulaat en Keizerrijk.
Op 9 november 1799 volgde een staatsgreep. Hierbij werd de grondwet van jaar VIII doorgevoerd. Men kwam tot de instelling van het consulaat. Generaal Napoleon Bonaparte werd de sterke man.
Napoleon was wel een idealist. Eenmaal aan de macht trok hij met zijn legers Europa in om de ideeën van de Franse revolutie te verspreiden. Daarbij was hij vaak gedwongen met steeds wisselende coalitiepartners strijd te voeren. Engeland bleef steeds zijn grootste tegenstander. In Europa veroverde hij een groot aantal landen, waaronder Italië, Spanje, Duitsland en Polen. Zijn achilleshiel was echter de Engelse alleenheerschappij op zee, het voortdurende verzet van Spanje en het door Frankrijk zelf opgeroepen gevoel van nationalisme.
In het moederland werden onderwijs, gerecht en administratie hervormd en gecentraliseerd. Een en ander werd omschreven in de "Code Civil". Daarop aansluitend werden andere wetboeken geschreven. De betrekkingen met de kerk en Rome werden genormaliseerd en hij voerde een totale reorganisatie van de economie door. De invloed van Josefine de Beauharnais op zijn manier van werken was sterk voelbaar.
Marie-Joséfe RoseTascher de la Pagerie werd in juni 1763 geboren op Martinique als dochter van de havenmeester. In 1779 trad zij in het huwelijk met Alexander de Beauharnais. Zij kregen twee kinderen.
In 1793 werd de generaal ter dood veroordeeld vanwege het feit dat hij zich met zijn manschappen opzettelijk had overgegeven bij Mainz. Ook Josefine werd gevangen genomen, maar kwam na de val van Robespierre weer vrij.
De volgende belangrijk man in het leven van de op macht beluste Josefine was de luitenant en staatsman Paul François Barras. Hij was van grote invloed tijdens de Franse revolutie en betrokken bij de val van Robespierre. Barras beloonde Napoleon voor zijn inzet bij het neerslaan van het royalistenoproer in Parijs door hem het opperbevel te geven over de tropen in Italië. Tevens kreeg hij Josefine cadeau.
Zij vestigde zich in de Tuillerien waar tegenwoordig het Louvre is gevestigd. In 1804 voltrok kardinaal Flesch in het grootste geheim het huwelijk tussen Napoleon en Josefine.
De successen waren Napoleon toch wel enigszins naar het hoofd gestegen. In 1802 benoemde hij zichzelf tot consul voor het leven.
In 1804 liet hij de paus uit Rome overkomen om hem, samen met Josefine, tot keizer en keizerin voor het leven te kronen.
In 1809 liet Napoleon het huwelijk ontbinden. Volgens zijn redenering omdat Josefine hem geen kinderen kon schenken. Omdat geen getuigen bij het huwelijk aanwezig waren geweest verklaarde de kerk het huwelijk ongeldig. De senaat keurde de scheiding goed omdat het huwelijk niet in het belang van Frankrijk was.
Er ontstond meer en meer tegenstand tegen zijn oorlogen. Na een aantal nederlagen, o.a. in Rusland werd Napoleon afgezet en verbannen. In maart 1814 deed hij afstand van de troon.
Hij werd verbannen naar Elba. Zijn afwezigheid duurde echter maar 100 dagen. Hij keerde als held, aan het hoofd van een uitgebreid leger terug naar Parijs.
Op 18 september was zijn macht voorgoed verleden tijd. Hij leed een smadelijke nederlaag bij Waterloo. Napoleon werd door de Engelsen verbannen naar het eiland St. Helena waar hij in 1821 overleed.
Het werd tijd voor de restauratie.