Juli
Juli is de zevende maand van onze kalender. Op 1 januari 45 v.Chr. trad ze zogenoemde Juliaanse kalender in werking. De oude Romeinse kalender liep op dat moment drie maanden achter op de realiteit. Een jaar eerder had Julius Caesar de Alexandrijnse sterrenkundige Sosignes gevraagd een oplossing voor dit probleem te vinden. Deze stelde voor bij wet te regelen dat de jaren voortaan 365 dagen zouden tellen met om de vier jaar een schrikkeljaar van 366 dagen.
Om in de pas te gaan lopen met de nieuwe kalender en de achterstand weg te werken werd het jaar 45 v.Chr. opgerekt tot 445 dagen.
De invoering van de Juliaanse kalender was van groot belang. Deze mening werd gedeeld door vele tijdgenoten van Caesar. De maand juli heette Quintilis (de vijfde) vanwege het feit dat de oude kalender in maart begon. Ter ere van Julius Caesar werd de maand waarin hij was geboren, op 12 of 13 juli 100 v.Chr. Mensi Iulius genoemd, afgekort naar juli.
Karel de Grote bedacht voor juli voor zijn rijk de naam Hooimaand. In de Middeleeuwen verdrong juli de oude Nederlandse naam hooimaand.
Juli wordt ook nu nog steeds de hooimaand en de oogstmaand genoemd. Het is in ieder geval de maand waarop de meeste kinderen vakantie krijgen. Hun ouders passen daar vaak, noodgedwongen, hun vakantie op aan. Juli is dus de grote vakantiemaand bij uitstek.
De sterrenbeelden voor juli zijn kreeft en leeuw.
Een leuke weerspreuk is dit gedichtje:
De wakkere hooimaand geeft de zeisen,
de maaier in de hand met vlijt,
daar lege schuren hooi vereisen,
0m het vee te voeden in wintertijd.