ma-deuxieme-vie

Alles over wonen en leven in Frankrijk
Alle informatie overzichtelijk & compleet

25 juni – Léon Dufour en de hygiëne in Fécamp.

25 juni – Léon Dufour en de hygiëne in Fécamp.

Fécamp was in 1874 een middelgrote stad met 13.000 inwoners. De stad leefde van de visserij. Elk seizoen trokken de mannen naar New Foundland om op kabeljauw te vissen, hun families in onzekerheid achterlatend. De stad werd voornamelijk bewoond door vrouwen en kinderen, en hier en daar een oude visserman die het harde bestaan op zee had overleefd. Fécamp was een smerige stad waar vrouwen hard werkten om de vis te bewerken. Kinderen speelden in ongeplaveide, of met schelpen verharde straten. Overal lag visafval te rotten wat een ondraaglijke stank veroorzaakte.

Léon Dufour, geboren in Saint-Lô in 1856, was pas 25 jaar toen hij in Nantes afstudeerde in de geneeskunde. Zijn specialisatie was chirurgie en bevallingen. Hij besloot zich in 1881 te vestigen in Fécamp vanwege het tekort aan huisartsen in de stad. Er werkten welgeteld 5 artsen (tegen 80 in 2002).

Dufour betrok een praktijk aan het Bérigny dok, waar hij uitkeek op een woud van masten.

Sociale zekerheid was een onbekend begrip en geneeskundige hulp was duur. Veel te duur voor de overwegend arme bevolking van de stad. Als een patiënt een beroep deed op een arts, bleef dat meestal beperkt tot het verzorgen van wonden. Dikwijls moest men achteraf constateren dat de hulp niets uithaalde.

Dufour stelde tot zijn verbazing vast dat de kindersterfte in de maritieme wijk veel hoger was dan in het centrum van de stad of in de buitenwijken waar de reders hun huizen hadden gebouwd. Regelmatig kwam er difterie voor waar kinderen vroeg aan stierven. Anders was het wel enteritis waardoor kinderen uitdroogden en stierven aan diarree.

Hoewel niet welgesteld nam Dufour zich voor hierin verandering te brengen. Vaak werkte hij kosteloos voor de mensen in zijn wijk.

Zijn naam was inmiddels bekend in de stad en hij ging in gesprek met het gemeentebestuur, vast besloten deze wantoestanden aan te pakken. Met de nodige overredingskracht en diplomatie van zijn kant werd Dufour aangesteld als assistent arts in het plaatselijke ziekenhuis, dat maar wat blij was met de bekwaamheid van deze jonge arts.

Vanaf dat moment begint hij zijn kruistocht met opmerkelijke resultaten.

In 1890 krijgt hij het voor elkaar dat er een soort reinigingsdienst in leven wordt geroepen die de straten van de stad verhard en schoonhoudt.

In 1893 is hij de initiator van de oprichting van een commissie die de straten verhard, stadreiniging volledig overneemt en zorg draagt voor emmer latrines en septic tanks.

In 1895 is hij oprichter van “het werk van moederschap” dat lakens en linnen voor baby’s uitleent.

In 1897 worden er badhuizen waar goedkoop gedoucht kan worden geïnstalleerd in de straat Alms, in de maritieme wijk.

In 1898 start hij lezingen voor moeders over hygiëne voor kinderen van 10 tot 13 jaar oud.

Maar boven alles, Dufour is geïnteresseerd in de gezondheid van baby’s en kleuters. Met geduld en doorzettingsvermogen maakte hij de jonge moeders het gevaar van slechte hygiëne bij het voeden duidelijk. Iets waar deze mensen nooit bij stil hadden gestaan.

Hij opende op zijn huisadres een consultatiebureau voor de mensen in zijn wijk dat elke dag een aantal uren geopend was. Iedereen was hier welkom en nooit werd iemand uit de vaak overvolle wachtkamer weg gestuurd.

Na een bescheiden begin, en met de hulp van de zusters van St. Vincent en St. Paulus en de inzet van verschillende vrijwilligers slaagde hij er in de kindersterfte sterk terug te dringen. Hij leerde de vrouwen het gewicht van hun kinderen in de gaten te houden en het voedingspatroon aan te passen. Vaak bleek dat de vrouwen tijdens het werk niet in staat waren (durfden) hun kinderen borstvoeding te geven.  

Dufour ging op zoek naar een alternatief en hij was het die de flessenvoeding introduceerde. Op verschillende plaatsen konden jonge moeders flessen met daarin geoptimaliseerde voeding gratis afhalen. Onder zijn controle werd de melk streng geselecteerd maar ook “gehumaniseerd” waardoor ze beter verteerbaar werd voor zuigelingen.

Zijn initiatief bleek navolging te krijgen. In 1914 waren er in Frankrijk al meer dan 100 van dit soort uitgiftepunten. Het was zo een succes dat andere landen en zelfs continenten als Amerika, Australië en zelfs Madagaskar het idee overnamen. Het heilzame werk van Dufour als kinderarts werd wereldwijd erkend, behalve in eigen land. De academische en wetenschappelijke wereld roemden hem om zijn ideeën en zijn bescheidenheid. Uiteindelijk werd hij in 1923 benoemd tot ridder in de orde van het Légion d’Honneur toegekend.

Maar wat was dat waard? Léon Dufour stierf op 23 mei 1928 en werd snel vergeten. Na zijn begrafenis kreeg hij zelfs geen steen op zijn graf.

De Vrienden van het Oude Fécamp, die zich het lot van hun bijzondere inwoner aantrokken openden een bankrekening waarop iedereen een bijdrage kon storten als Hommage aan Dr. Léon Dufour om een statige rustplaats te bieden aan een groot weldoener van kinderen, niet alleen in Fécamp, maar over de hele wereld.

In 2002 kreeg Dufour eindelijk het monumentje waarop hij al driekwart eeuw recht had.