ma-deuxieme-vie

Alles over wonen en leven in Frankrijk
Alle informatie overzichtelijk & compleet

21 april – Saint Anselme.

21 april – Saint Anselme.

Aselmus werd ergens in het jaar 1033 geboren in of in de buurt van Aosta behorend tot het koninkrijk Arles. Hij was, vanwege zijn afkomst, verwant aan het huis van Savoye en had aanzienlijke bezittingen.

Op zijn 15de jaar wilde Anselmus in een klooster intreden. Vanwege de tegenwerking door zijn vader weigerde de abt zijn intrede. Zijn vader wenste zijn zoon te zien in een politieke of militaire loopbaan. Ziek van ergernis gaf hij al zijn studies op en leefde een zorgeloos leven.

In 1056 liet Anselmus zijn ouderlijk huis in de steek en trok over de Alpen. Hij zwierf drie jaar door Frankrijk en voelde zich aangetrokken door de roem van zijn landgenoot Lanfranc.

Die was op dat moment prior van de Benedictijner abdij van Bec.

De abdij van Bec

In 1059 bereikte Anselmus Normandië. Na enige tijd in Avranches te hebben doorgebracht trad hij het jaar daarop op zijn 27ste jaar als novice in in deze abdij. Hij onderwierp zich aan de regels van Sint Benedictus die zijn denken in het volgende decennium een totaal andere wending zou geven.

In 1063 werd Lanfranc tot abt van Caen benoemd. Anselmus nam zijn plaats in als prior van de abdij van Bec. Hij bleef vijftien jaar in deze functie tot Herluin, de stichter van deze abdij in 1078 overleed. In dat jaar werd hij de opvolger van Herluin. Deze was in 1034 de stichter van het klooster die drie jaar eerder, als ridder, het hof van Gilbert van Brionne had verlaten om zijn leven in dienst te stellen van het christelijke geloof. Onder zijn leiding groeide de gemeenschap uit tot een commune van 136 monniken.

Op 22 februari werd Anselmus door de bisschop van Evreux gewijd. Dat moest met enige spoed gebeuren. Rouen, waar de abdij van Bec onder viel, zat op dat moment zonder aartsbisschop. Was dat wel het geval geweest, dan zou Anselmus onder druk hebben gestaan om gehoorzaamheid te betuigen aan het aartsbisdom Rouen. Dat zou waarschijnlijk ten koste van de onafhankelijkheid van Bec zijn gegaan.

Onder invloed van Anselmus groeide de abdij van Bec uit tot de belangrijkste wetenschappelijke zetel van Europa. Studenten uit Frankrijk en Italië wilden hier studeren, ondanks dat studie en onderzoek van ondergeschikt belang waren.

In deze periode schreef Anselmus zijn eerste filosofische werken. Tegelijkertijd trachtte hij het klooster vrij te houden van overheersing door leken en vooral de aartsbisschop.

Regelmatig bezocht hij Engeland om de daar gelegen eigendommen van Bec te inspecteren. Hij bracht dan ook steeds een bezoek aan Lanfranc. Deze was in 1070 benoemd tot aartsbisschop van Canterberry, wat hij zou blijven tot aan zijn dood in 1089. In Engeland liet Anselmus een zodanig goede indruk achter dat het vanzelfsprekend was dat hij Lanfranc op zou volgen. Dat gebeurde dan ook na diens overlijden.

Los van al zijn filosofische werken viel hij vooral op door zijn, zoals het werd genoemd, Godsbewijs.

Anselmus was de eerste die een logisch bewijs van het bestaan van God leverde. Dit zogenoemde ontologisch godsbewijs bestaat uit een aantal stellingen:

·        God is per definitie het meest volmaakte wezen wat denkbaar is;

·        Het is beter te bestaan dan niet te bestaan, dus iets wat niet bestaat kan nooit volmaakt zijn;

·        Een niet bestaande God is minder volmaakt dan een bestaande;

·        God moet dus bestaan.

Anselmus overleed in Canterberry op 21 april 1109. Men beschouwde hem als de grondlegger van de scholastiek. Door paus Alexander VI werd hij in 1494 heilig verklaard. In 1720 plaatste paus Clemens XI hem op de lijst van kerkleraren.

De tombes in Canterberry van Langton

Anselmus ligt begraven in de kathedraal van Canterberry, samen met nog drie Normandische aartsbisschoppen; Lanfranc, Becket en Langton. Alleen het tombe van Langton is bewaard gebleven.