Werken in Frankrijk
Als u gaat emigreren naar Frankrijk en u wilt daar in loondienst treden, zijn er wel een paar dingen waar u rekening mee moet houden.
Hoog opgeleiden en technisch geschoold personeel kan overal in Frankrijk aan de slag. Ook in de gezondheidszorg hoeft u geen drie keer te solliciteren. Werk genoeg. Werken in Frankrijk is geen probleem.
Voelt u zich aangetrokken tot het platteland? De boerenbevolking vergrijsd in een snel tempo. Het kan een idee zijn om bij een wat oudere boer in loondienst te gaan om later het bedrijf over te nemen.
De boer is graag bereid u zijn bedrijf over te doen.
Ook in de horeca, met name in de toeristische gebieden kunnen Nederlanders, vanwege de kennis van meerdere talen, makkelijk aan de bak komen. U kunt bijna overal werken in Frankrijk. Maar er bestaan in Nederland grote misverstanden over het werken in Frankrijk.
Momenteel is het regio Rhone-Alpes de snelst groeiende economische regio van Europa. Dat is te zien aan het grote aantal nieuwe bedrijven dat zich daar vestigt. http://ma-deuxieme-vie.com/frankrijk/37/1274/0/departementen-in-frankrijk-rhne-alpes Deze regio biedt momenteel de grootste kansen.
Laat echter over één ding geen misverstand bestaan. Zorg dat, bij welke baan je ook aanneemt, je ten minste tot de middenklasse gaat behoren. Het is net dat in de onderklasse grote armoede is ontstaan, die momenteel niet weg te werken is.
De arbeidsomstandigheden in Frankrijk zijn niet zo slecht. In Nederland wordt gesproken over drie uur durende pauzes in Franse bedrijven. Onzin. Op de Franse fabrieksvloer wordt zoals op elke fabrieksvloer de middagpauze per minuut uitgerekend. Maar ze worden niet betaald. Pauzes gelden niet als werktijd, Carrefour trekt bij de caissières zelfs elke rookpauze af van het salaris.
In Nederland wordt verkeerd gedacht over belastingen en vakanties. Per gewerkt uur is een Franse werknemer in de industrie per saldo even duur als een Nederlandse werknemer (zo'n 30 euro), en 4 euro goedkoper dan een Duitser. Ondanks de voornamelijk Franse werknemers en vakbonden is Michelin bijvoorbeeld een van de grootste, meest innovatieve en rendabele bandenfabrikanten ter wereld. En zo zijn er meer Franse bedrijven te noemen.
Er wordt dus nogal uit onbekendheid overdreven.
Hoogstaande techniek is de Fransen toevertrouwd
Dat Franse politici blind zijn voor de huidige omstandigheden en geen oog hebben voor de toekomst is eveneens overdreven. Het pensioenstelsel is inderdaad in de huidige vorm onhoudbaar, maar iedereen weet dit. Sinds Edouard Balladur in 1993 wordt met grote regelmaat het pensioenstelsel hervormd. Telkens te weinig, maar wel telkens een stap naar houdbaarheid. Jean-Marc Ayrault, de huidige premier, komt na de zomer met 'zijn' hervorming. De nodige proefballonnetjes (belastingverhogingen voor gepensioneerden, meer arbeidsjaren voor huidige werknemers) zijn al opgelaten.
Jean-Marc Ayrault
Dat het slecht gaat met de Franse economie is onzin. De Franse overheidsfinanciën lopen niet uit de hand en de Fransen zijn zich bewust van de noodzaak van hervormingen. Het ware Franse drama ligt elders.
Naast het prachtige toeristische Frankrijk en de succesvolle grote bedrijven is er ook een verpauperd Frankrijk. De bewoners van dit tweede Frankrijk - waarvan de verloederde buitenwijken van Parijs, Lyon en Marseille het zichtbare topje zijn - hebben weinig baat bij alle overheidsuitgaven en hebben niets aan de sociale bescherming die elke Fransman geniet.
Buitenwijken, broeihaarden van onvrede
Hun wijken zijn gevaarlijk en vaak moeilijk bereikbaar, en worden niet onderhouden. Zij komen niet aan de bak omdat de ontslagbescherming zo hoog is dat geen werkgever hen durft aan te nemen. Zij komen niet weg omdat zij vanwege de huurdersbescherming nergens terecht kunnen buiten hun sloppenwijk. Hun kinderen komen niet hogerop, want zij verdrinken in een elitair schoolsysteem dat iedereen één kans biedt, maar geen twee. Precies al die dingen die het leven van de Franse middenklasse zo aangenaam en geborgen maken, ontbreken in het bestaan van de onderklasse.
Optimisme is moeilijk, want politici worden gekozen door de middenklasse, en geen partij zal hervormingen doorvoeren ten koste van haar eigen kiezers. Zo is nu al te voorspellen dat de houdbaarheid van het pensioenstelsel en de overheidsfinanciën over de rug zal gaan van de onderklasse, via kortingen op de uitkeringen, lagere pensioenen voor 'incomplete carrières' (lees: langdurig werkelozen) en regressieve belastingverhogingen.
Het Franse drama zal zich niet afspelen op de financiële markten. De schulden zullen betaald worden, de afspraken worden nagekomen. In tegenstelling tot Cypres en Griekenland zal het buitenlandse grootkapitaal de Franse onderklasse niet verdrukken. Dat doen de Fransen liever zelf.