ma-deuxieme-vie

Alles over wonen en leven in Frankrijk
Alle informatie overzichtelijk & compleet

De geschiedenis van uw pensioen en veranderingen.

De geschiedenis van uw pensioen en veranderingen.

In 1889 voerde Otto van Bismarck het eerste wettelijke staatspensioen in. De pensioengerechtigde leeftijd werd gesteld op 70 jaar. Langzaam zakte deze leeftijd naar 65 jaar, wat een internationale norm werd.

De pensioengerechtigde leeftijd werd na het salaris een van de belangrijkste punten van de vakbonden in loononderhandelingen. Lagere pensioengerechtigde leeftijden werden in sommige landen overeengekomen voor groepen met zware beroepen, zoals mijnwerkers, bemanningen van stoomlocomotieven en voor vrouwen.

Omdat de pensioenrechtigde leeftijd een product van de klassenstrijd was geworden werd hij meer en meer vaststaand. Dit ondanks een toenemende levensverwachting en technologische vooruitgang. Bij de vervaging van stoomlocomotieven door diesel- en elektrische locomotieven werd de pensioengerechtigde leeftijd niet aangepast.

In Nederland kregen we te maken met de pensioengerechtigde leeftijd dankzij Willem Drees. Hij overschreed partijpolitieke grenzen en kreeg de bijnaam “Vadertje Drees”. Hij was de initiator van tal van sociale wetten. Als minister van sociale zaken legde hij in 1947 met de “noodwet ouderdomsvoorziening” al de grondslag voor de latere AOW. Vandaar de uitdrukking: Hij trekt van Drees.

In 1957 werd deze vervangen door de Algemene Ouderdoms Wet (AOW). Voortaan kreeg ook in Nederland iedereen een vast basispensioen na je 65e. Vandaar dat sommigen dit nog steeds ‘trekken van vadertje Drees’ noemen.

Vadertje Drees wordt onthaald op applaus door ouderen

Behalve een basispensioen heeft de Nederlandse werknemer ook pensioenrechten die hij of zij opbouwt tijdens het werkzame leven. Werkgever en werknemer betalen ieder een deel van de premie, die direct wordt ingehouden op het loon.

Grote bedrijven met veel werknemers bedachten dat het handiger was om hier een collectief fonds voor te stichten. Zo zijn de pensioenfondsen ontstaan. Het eerste Nederlandse pensioenfonds werd in 1881 opgericht door het bedrijf Stork. Later kwamen er ook pensioenfondsen die voor een hele bedrijfstak golden. Ook de overheid en staatsbedrijven zoals de PTT en de Spoorwegen ontwikkelden hun eigen pensioenfondsen.

Het consultancybedrijf Mercer heeft in 2011 het Nederlandse pensioenstelsel opnieuw als beste ter wereld beoordeeld. De Nederlandse pensioenvoorzieningen zijn de hoogste ter wereld. In Nederland is het streefniveau vaak 70% van het laatstverdiende loon. Overigens zijn percentages van 35-45% van het laatstverdiende loon meer realistisch. Mensen denken dus vaak een hoger pensioen te krijgen dan in werkelijkheid het geval zal zijn.

Maar we leven langer en krijgen daardoor langer pensioen. Diezelfde pensioenen worden steeds duurder. Omdat de wet is veranderd is uw pensioenregeling voor 2015 aangepast. Om de pensioenen nu en in de toekomst betaalbaar te houden, heeft het kabinet diverse maatregelen genomen. Maar wat gaat er nu precies veranderen? We nemen als voorbeeld het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP). 

De pensioenrekenleeftijd gaat van 65 naar 67 jaar.

Op 1 januari 2015 is de zogenaamde pensioenrekenleeftijd opgetrokken van 65 naar 67 jaar. Met deze “rekenleeftijd” stelt het ABP de premie vast en berekenen zij het toekomstig pensioen. Zij gaan er bij de berekeningen dus van uit dat uw pensioen ingaat op uw 67ste. De hogere rekenleeftijd betekent niet dat u op die leeftijd daadwerkelijk met pensioen gaat. De pensioenleeftijd blijft 65 jaar.

Het opbouwpercentage blijft 1,75%.

Als u op 1 november 2014 geen brief heeft ontvangen van uw werkgever, dan blijft het stukje pensioen dat u jaarlijks opbouwt, het opbouwpercentage 1,75%. Heeft u in november wel een brief van uw werkgever gekregen, dan heeft uw partner, naar aanleiding daarvan, toestekking moeten geven om het opbouwpercentage van 1,75% te handhaven. Als de brief u niet duidelijk is, kunt u contact opnemen met het ABP,

0800 225 57 33.

Er is geen pensioenopbouw bij inkomen boven € 100.000.

Als u jaarlijks meer dan € 100.000 bruto verdient, dan bouwt u met uw ABP-pensioenregeling over het brutosalaris boven die € 100.000 geen ouderdoms- en nabestaandenpensioen meer op. Over dat deel betaalt u dan ook geen premie meer.

Dat betekent dat uw ouderdomspensioen lager is dan waar u nu rekening mee houdt. U bouwt namelijk over een lager salaris pensioen op. Dit geldt ook voor het premievrije ouderdomspensioen dat u opbouwt tijdens arbeidsongeschiktheid.

Het pensioen voor uw nabestaanden daalt. Het ABP berekent (een deel van) het nabestaandenpensioen met het afgetopte salaris en met de jaren dat u pensioen kunt opbouwen.

Ligt uw salaris ver boven de € 100.000 en ligt uw pensioendatum nog ver in de toekomst, dan zijn voor u de gevolgen het grootst.

Het pensioen dat u voor 1 januari 2015 heeft opgebouwd, wordt niet door de aftopping geraakt.

De premies worden lager.

U gaat vanaf 2015 minder premie betalen voor uw ouderdoms- en nabestaandenpensioen. De premie daalt naar 20,5% van uw pensioengevend salaris. Wel na aftrek van de franchise. De franchise is het deel van uw salaris waarover u geen pensioen opbouwt en dus ook geen premie betaalt. Voor dat deel krijgt u namelijk vanaf het ingaan van uw pensioenleeftijd uw AOW.

In 2014 was de premie 26,9%. Dat de premie daalt heeft te maken met het feit dat de herstelopslag komt te vervallen.

De herstelopslag was een tijdelijke verhoging. Deze opslag werd in 2009 ingevoerd als onderdeel van het herstelplan om de financiële positie van de pensioenfondsen te verbeteren.

Uw werkgever gaat een groter deel van de pensioenpremie betalen In 2015 wordt 30%  van de premie door u betaald. Uw werkgever betaalt 70%.

Het pensioen groet niet mee met de lonen.

Uw (opgebouwde) pensioen groeit in 2015 niet mee met de lonen. De financiële positie van het ABP in 2014 was niet voldoende om de pensioenen te indexeren. Op de peildatum op 31 oktober 2014 was de dekkingsgraad 102,3%. Om de pensioenen te kunnen indexeren moest de dekkingsgrooed op dat moment minstens 104,2% zijn.

De gemiddelde loonontwikkeling bij de overheid en in het onderwijs was in 2014 0,63%. De totale gemiste indexatie over het aantal jaren waarin geen indexatie van de pensioen werd toegepast komt aan het einde van 2014 uit op bijna 10%.

De nieuwe wet voor de pensioenfondsen.

Vanaf 2015 moeten pensioenfondsen aan strengere regels voldoen. Zij moeten meer geld in kas houden. Hiermee wil de overheid voorkomen dat zij in de toekomst weer in de problemen komen als er weer een nieuwe crisis zich aandient of opnieuw door veel lagere rente. Deze nieuwe wet moet zorgen voor stabielere pensioenen en pensioenpremies en een eerlijker verdeling. van de kosten en baten, verspreid over alle generaties. Maar wat betekent dat voor u ?

Uw pensioen wordt stabieler. Als het tijdelijk slechter gaat op de financiële markten, heeft dat niet direct gevolgen voor uw pensioen. De kans dat het (opgebouwde) pensioen plotseling flink zal worden verlaagd wordt hierdoor dus kleiner.

Maar de inflatie maakt alles lastiger. Zelfs als de financiële situatie van de pensioenfondsen verbetert, wordt het lastiger op uw (opgebouwde) penissen (volledig) mee te laten groeien om de gemiste indexaties in het verleden in te halen.

Let goed op uw loonstrookje

Zijn ze nu veilig? Nee, er zit nog een addertje onder het gras.

Vanaf ongeveer 2010 kreeg de Europese Unie meer en meer, maar vooral indirect steeds meer zeggenschap over de resultaten van de Nederlandse pensioenwetgeving. Met name de voorstellen om de gestelde dekkingseisen voor pensioenfondse en verzekeringsmaatschappijen gelijk te trekken, kunnen slecht uitpakken voor de Nederlandse pensioenfondsen.

Ook de vooral in sociaaldemocratische kringen uitgesproken wen voor een financieel transactiebeleid kan de Nederlandse pensioenfondsen veel geld gaan kosten Het belangrijkste effect van de Europese staatsschuldencrisis is echter de sterk gedaalde rente op de Euro.

Deze door de ECB bewerkstellige rentedaling lijkt om politieke redenen nog jaren te moeten aanhouden. Er zijn sterke aanwijzingen dat dit effect de komende jaren tot belangrijke verlagingen van de pensioenen zal leiden.

Tenslotte lijkt het een kwestie van tijd voordat er bij een vergaande, versnelde Europese integratie ook directe Europese pensioenwetten zullen komen. Dit zal welhaast zeker niet voordelig uitpakken voor de Nederlandse pensioenen.

 

Bewerkt door Ma-Deuxième-Vie

Bron: ABP Magazine