
Claude François
Claude François is geboren op 1 februari 1936 in Ismailia in Egypte. Zijn vader Aimé was werkzaam als directeur van het Suezkanaal. Zijn moeder Lucia was van oorsprong afkomstig uit Calabria in Italië. Claude groeide op in een redelijk welgesteld gezin, omgeven door relatieve weelde.
In de zomer van 1956 werd het Suezkanaal genationaliseerd door de toenmalig president van Egypte, Gamal Abdel Nasser. Vader François raakte zijn baan kwijt, moest alles achterlaten en vertrok met zijn gezin terug naar Frankrijk, waar hij in Monte Carlo een klein appartement kocht. Hij had echter zoveel problemen met het opgeven van zijn status en welstand dat hij daardoor manisch depressief werd.
Claude werd min of meer verplicht de taken als hoofd van het huishouden voor zijn rekening te nemen.
Zijn liefde voor muziek manifesteerde zich al snel en hij werd drummer in het behoorlijk bekende orkest van Louis Frosio. Zijn vader was het helemaal niet eens met deze keuze. Het kwam tot een ruzie die tot het overlijden van zijn vader in 1962 niet meer werd bijgelegd.
In 1960 trouwde Claude met Janet Woollacott, een danseres die hij in de showbusiness had leren kennen. Aan het einde van 1961 verlaat hij Monaco en vertrekt naar Parijs om daar zijn geluk te beproeven. Het was de tijd van Beatles, Stones en van het radioprogramma “Salut les copains” vergelijkbaar met onze top 40 en razend populair bij de jeugd. Onder de naam KȏKȏ bracht hij zijn eerste single uit “Nabout Twist” die een absolute flop werd.
Janet verloor meer en meer het vertrouwen in Claude liet hem in de steek voor Gilbert Bécaud. In 1967 volgde de definitieve scheiding.
La Ferme du Bonheur
Toch zat Janet fout. In 1962 kwam de grote doorbraak voor Claude met het nummer “Belles, Belles, Belles”, een bewerking van het nummer Gone Gone Gone van de Everly Brothers. Daarna volgden de successen elkaar in snel tempo op. Nummers als “Marche tout droit”, “Dis-lui” maar vooral “Si,avais un marterau’ werden grijs gedraaid op de radio.
Van zijn geld kocht Claude een oude watermolen in Dannemois (La ferme du bonheur) De verbouwing van de gebouwen en de inrichting van het bijbehorende park duurden tien jaar, maar een absoluut juweel was het gevolg.
In oktober 1964 treedt hij voor het eerst op in het wereldberoemde Olympia. Dit optreden was zo groots dat Marlène Dietrich haar persoonlijke loge verliet om hem te feliciteren.
De Claudettes
In 1966 introduceerde hij een nieuw fenomeen. Hij liet zich begeleiden door een groep zangeressen. Hij trad voortaan op met “Les Clodettes”. Onder de eerste Clodettes bevond zich ook Madly, de laatste vriendin van Jacques Brel.
In deze periode begon hij een romantische relatie met France Gall, de winnares van het Eurovisie Song Festival. Deze affaire duurde ruim drie jaar, maar een ontmoeting met Isabelle Fȏret maakte hier een einde aan. Hij trouwde met Isabelle die hem twee zoons schonk en waarmee hij samen bleef tot aan zijn dood.
Isabelle
Begin 1967 startte zijn carrière als zakenman. Hij richtte een eigen platenlabel op dat hij “Disques Flèches” noemt. Samen met Jacques Revaux en Gilles Thibaut schreef hij het nummer “Comme d’habitude” dat in november werd uitgebracht.
Toeval bestaat niet? Paul Anka, op dat moment op vakantie in Frankrijk, hoorde het lied en schreef er Engelstalige tekst op. Hij noemde het “My way”. Het werd het meest gecoverde nummer ooit. In meer dan 1.500 versies werd het opgenomen. De bekendste uitvoerenden zijn Frank Sinatra en Elvis Presley. Het is nog steeds het meest gedraaide nummer ter wereld en elke minuut wordt het ergens ter wereld gespeeld.
Paul Anka
Wekelijks komen bij de muziekuitgeverij van Claude François nog nieuwe aanvragen binnen om het nummer op te mogen nemen.
Aan de auteursrechten van dit nummer verdienen zijn beide zonen nog ieder jaar € 750.000,-.
Maar ook andere nummers van François werden door wereldsterren uitgevoerd. “Parce que je t’aime mon enfant” werd door Elvis Presley opgenomen als “My boy”.
Claude François leidde een hectisch leven. Plaatopnames, televisie optredens en concerten wisselden elkaar in een razend tempo af. Een van de bekendste optredens is wel zijn concert in 1974 voor 20.000 mensen in Parijs. Dit concert gaf hij gratis ten voordele van de stichting Pèrce-Neige. Deze stichting werd opgericht door de acteur Lino Ventura. De stichting Sneeuwklokje, zoals de vertaling van de Franse naam is, stelt zich ten doel te vechten voor mensen met een geestelijke handicap en hen een gelukkig leven te garanderen.
Bij dat hectische leven ontbraken natuurlijk ook dramatische gebeurtenissen niet. In 1975 ontsnapte hij ternauwernood aan een aanslag door de IRA op het Hiltonhotel in Londen.
In 1977, op weg naar huis, werd zijn auto door onbekenden onder vuur genomen. Elf kogelgaten werden geteld. François bleef echter ongedeerd.
l´Eau Noir
Zijn zakenimperium bleef groeien. Hij had al zijn eigen platenlabel. Daar kwamen muziekuitgeverijen ( Jeune Musique en Isabelle Musique bij. Hij zette twee tijdschriften in de markt Podium en Absolu en hij begon een modellen agentschap. Daarnaast lanceerde hij zijn eigen parfumlijn, “Eau Noire”.
Omslag van Absolu met Brigitte Bardot
Hij was vast besloten om Amerika te veroveren. Zijn opstap daarvoor was Engeland in zijn ban te brengen. Op 16 januari 1978 trad hij op in de Royal Albert Hall. Dit werd een grandioos succes. Onder zijn leiding volgde een TV optreden voor de BBC waar, naast François ook Petula Clarc en Charles Aznavour optreden. De opnamen vinden plaats in het Zwitserse Leysin op 9 en 10 maart.
Na de opnamen wilde hij terug naar Frankrijk waar hij een optreden zou hebben in de televisieshow “Les Rendez-vous du Dimanche” van zijn goede vriend Michel Drucker. Daarom vloog hij die dag met zijn eigen privé jet terug naar huis.
Op zaterdag 11 1978 maart staat hij in een gevuld bad. Hij constateert dat de lamp los zit en staat op om die aan te draaien. Daarbij wordt hij geëlektrocuteerd en overlijd ter plaatse.
Wie denkt dat na zijn dood zijn populariteit daalde, vergist zich. François is een legende. Jaarlijks worden er nog zoveel CD’s en DVD’s verkocht dat de opbrengst rond de 10 miljoen euro ligt. Er zijn meer dan 100 boeken over zijn leven uitgebracht.
Zijn landgoed “Le Moulin” is nu omgetoverd tot een restaurant waaraan een museum zijn leven en zijn werk wordt geëxposeerd.
Het graf van Claude François
Maar François is schijnbaar niet bij iedereen geliefd. Zijn graf op de begraafplaats op Dannemois in Essonne is al een aantal keren vernield. De laatste keer in maart van 2013. De marmeren platen zijn gebroken, bloempotten kapot geslagen en brieven van fans die nog regelmatig op zijn graf worden gelegd zijn aan flarden gescheurd.
De politie zoekt naarstig naar de daders.
Vanwege zijn grote verdiensten voor de Franse entertainment industrie en de economie werd Claude François geëerd door het benoemen met zijn naam van een plein in Parijs. Hier zal zijn naam voor eeuwig voortleven.