
26 mei – De brandstichters
Juni 1830 was een hete maand voor Frankrijk. Frankrijk werd nog geregeerd door het huis Bourbon. De onmogelijke Karel X had elk aanzien verspeeld. De regeringsmacht lag in handen van de rechtsextremisten. Deze hadden een miljard franc van de begroting uitgetrokken voor de “émigrés” uit de revolutietijd. Zij stelden de doodstraf op heiligschennis. Maar de belangen van de burgerij werden ernstig benadeeld en verwaarloosd.
Het ultra-reactieve kabinet van De Polignac leed in de Kamer de ene nederlaag na de andere De ontbinding van de kamer in 1830 had tot resultaat dat de oppositie van liberalen en republikeinen steeds sterker werd.
Karel X wilde echter voor de wil van het parlement van geen wijken weten. Hij vaardigde in juli zijn befaamde ordinanties uit. De pas gekozen kamer werd ontbonden. Het kiesrecht werd ingeperkt en de vrijheid van drukpers werd opgeheven. Het antwoord van de Franse bevolking op deze koninklijke staatsgreep was de juli revolutie van 1830.
Koning Karel X
Maar in het noordelijke deel van Frankrijk, met name in Normandië was de opstand al eerder begonnen.
Op 26 mei 1830 werd een jong meisje uit Falaise gearresteerd. Zij had gepoogd het huis van haar aristocratische meester bij wie ze in huis was genomen en haar uitermate slecht behandelde, in brand te steken.
Toch was dit niet een op zichzelf staand incident. Sinds het begin van het jaar waren in de regio Falaise en verder in de Bocage, brandstichters actief. De “Brûleurs” zoals ze werden genoemd, werden al in de eerste drie maanden van dit jaar verantwoordelijk gehouden voor 178 brandstichtingen. Althans dat vond de rechtbank van Caen. Vreemd genoeg werden de meeste van die branden gesticht door ziogenaamde “Pétroleuses” vrouwen uit de streek.
De autoriteiten vreesden voor nieuwe escalaties. Op 11 juni 1830 liet de prefet van Calvados via aanplakbiljetten aan de bevolking weten dat hij de niet onaanzienlijke som van duizend franc beloofde aan degenen die brandstichters aan wilden geven, of aangifte zou doen van mensen die branden zouden voorbereiden.
Twee regimenten van de koninklijke garde, een ruiter- en een voetregiment, werden vanuit Parijs naar Normandië gestuurd. Zij arresteerden vier vrouwen die schuldig werden bevonden. Zij weigerden echter de namen van mede brandstichters te noemen.
Maar wie waren nu precies die brandstichters? Waren het revolutionaire terroristen die reageerden op de juli revolutie in Frankrijk die uiteindelijk tot de val van Karel X zou leiden? Waren het provocateurs die een reactie tegen de revolutie wilden stellen?
Was het een spontane actie die in deze moeilijke tijden en een daad wilden stellen tegen hun slechte levensomstandigheden? Tot op de dag van vandaag is het antwoord op al die vragen niet gekend