23 juli – Charles Lucien Léandre.

In Champsecret, een klein dorpje in Orne, werd op 23 juli 1862 Charles Léandre geboren als zoon van een legerofficier die tevens burgemeester van het dorp was. Champsecret was een gehucht van nauwelijks 1.000 inwoners.

Charles groeide op als een wat stille jongen die zich uren terug kon trekken. Maar in het dorp was hij geliefd vanwege zijn fantastisch gevoel voor humor en adremme reacties.

Vaak trok hij gewapend met een schetsboek de omgeving in om te tekenen. Men zou verwachten dat hij de natuur tekende, maar hij kwam altijd terug met portretten. Een klein geluk voor Charles was dat Champsecret aan de oude spoorlijn van Caen naar Laval lag. Op wat oudere leeftijd reisde hij met zijn tekenmaterialen regelmatig naar Caen.

In 1878 ondernam hij, samen met zijn moeder een reis per trein naar Parijs. Charles was toen 16 jaar. In Parijs ontmoette het tweetal de vrouw van de schilder Ėmile Bin, die in de schilderijenhandel zat.

Zij zag werk van Charles en moedigde hem aan om de volgende dag naar het atelier van haar man te komen. De kennismaking had grote gevolgen, want Bin werd zijn leermeester voor de komende twee jaar.

In 1880 werd Léandre toegelaten tot de School voor Schone Kunsten, waar hij in de klas van Alexandre Cabanel terecht kwam. Na enige tijd moedigde Babanel hem aan te gaan exposeren.

Dat gebeurde voor de eerste keer in 1887 in het Salon, waar portretten van hem werden tentoongesteld. Maar hij viel vooral op door zijn komische tekeningen en karikaturen.

Enkele jaren later werd hij uitgenodigd om zijn werk te publiceren in het tijdschrift “Le Rire”. De Lach, was een succesvol Frans humoristisch tijdschrift dat in oktober 1894 voor het eerste verscheen. Het debuteerde daar met de serie “Gotha des Souverains”.

Na Le Rire klopte ook Le Figaro aan bij Léandre.

Hij werd bewonderd om zijn bijzonder lithografisch werk en ontwierp talloze posters. Op de Exposition Universelle in 1889 werd hij onderscheiden met de bronzen medaille. In 1900, bij de volgende uitgave van de Exposition Universelle, werd hij samen met vier andere lithografische kunstenaars geselecteerd om twee composities op een zelf gekozen thema te maken. Dit keer won Léandre de gouden medaille.

In datzelfde jaar werd hij benoemd tot Ridder in het Legioen van Eer. In 1921 kreeg hij voor zijn gravures en litho´s de eremedaille van de Sociétée des Artistes Français, de hoogste onderscheiding die een Franse kunstenaar in Parijs kon verdienen.

In 1925 werd Charles Léandre bevorderd tot Officier in het Legioen van Eer.

Léandre overleed in zijn studio aan de Rue de Caulaincourt in Montmartre op 24 mei 1934. Hij bleef zijn hele leven Lid van de Vereniging van de Noormannen en gehecht aan zijn land. Zijn zomers bracht hij altijd door in zijn ouderlijk huis in Champsecret, waar hij ook begraven is.