
18 juni - De Normandische melk
La Normande, ook wel la Vache Normande is een typische ras voor Normandie, vooral Basse-Normandie. Het is een koe van gemiddelde hoogte met een karakteristieke kleur. Overwegend wit met kleine bruin-zwarte vlekken. Ze heeft de reputatie een uitstekende vleeskoe te zijn, maar meer nog staat ze bekend om haar melk. De melk is uitermate geschikt voor verwerking tot boter en kaas vanwege haar sterke botervet en caseïne (stikstofrijke eiwitten).
Het Normandische ras is mede bepalend voor het landschap. Op elke weide staan deze typische runderen te grazen.
Tot in de vijftiger jaren van de vorige eeuw spraken we voornamelijk van kleine keuterboertjes. Ij melkten hun koeien nog met de hand. Een deel werd door de boerin verwerkt tot het Normandische goud, boter of kaas en waar de boer regelmatig de weekmarkten mee afreisde. Het resterende deel van de melk werd onbewerkt verkocht. Ook op de boerderij werd een deel van de productie verkocht.
Na die tijd verdween deze kleine negotie langzaam aan en deden de grote zuivelcoöperaties hun intrede. Voor de boeren wel makkelijk. Ze waren van een hoop gesjouw af en de melk werd aan huis opgehaald. Maar er zat ook een keerzijde aan. De coöperaties bepaalden de prijs zonder rekening te houden met het hard labeur van de boeren. Maar het was nog te doen.
In 1990 trad de melk crisis in. De boeren wisten niet meer wat te produceren. De ene keer was het te veel, de andere keer te weinig. Er begonnen boterbergen en melkmeren te ontstaan. Op 18 juni 1991 greep de algemene assemblee van de zuivelcoöperatie, die zetelde in Yvetot in. Er werden quota ingesteld en de prijzen kwamen verder onder druk te staan. De invoering van de quota sloeg hard toe in Normandië. Veel kleine boeren legden het loodje en eeuwenoude familiebedrijfjes hielden op te bestaat.
Het zou tot 1 april 2015 duren voor de quota werden opgeheven, maar Normandië had inmiddels een zware tol betaald. Wat weg was kwam niet meer terug en schitterende locale affiches verdwenen uit het straatbeeld.