ma-deuxieme-vie

Alles over wonen en leven in Frankrijk
Alle informatie overzichtelijk & compleet

13 mei – André-Paul-Guillaume Gide.

13 mei – André-Paul-Guillaume Gide.

Op zondag 13 mei 1906 schreef André Gide in zijn beroemde dagboeken: “Gisteren aangekomen in Cuverville. Het is hier zo mooi, deze dag en omgeving maken hem tot de. gelukkigste van mijn leven. Ik schrijf dit in de grote kamer boven de keuken. De twee grote ramen staan wijd open en de zon speelt met het rond dwarrelend stof. Alleen mijn vermoeide uitdrukking in de spiegel aan de muur boven de tafel valt op. Maar in de stille nachten ontwikkelt zich meer en meer mijn perfecte geluk.”

Wie was deze André Gide?

Gide werd in Parijs geboren op 22 november 1869. Hij was de zoon van een protestante vader uit de Midi en een katholieke moeder uit Normandië. Hij ontwikkelde zich tot een van de belangrijkste schrijvers van zijn generatie.

Zijn streng protestantse opvoeding zadelde hem op met tal van frustraties en een groot schuldgevoel. Ook zijn nicht, Madeleine Rondeaux, met wie hij later trouwde, was streng religieus. Het huwelijk schijnt voornamelijk een “spirituele” verbintenis te zijn geweest. Later vervreemden zij van elkaar en stond het contact op losse schroeven. Toen Madeleine echter terminaal ziek bleek te zijn ging Gide terug naar haar. Zij overleed in 1938.

Gide wist zich uiteindelijk los te werken uit de hem verstikkende banden. Hij ging werk van Nietzche lezen en had ontmoetingen met diverse schrijvers, waaronder Oscar Wilde. Ook zijn ervaringen opgedaan tijdens een reis door Afrika gaven hem een totaal andere kijk op het leven. Hij ontwikkelde een geestelijk evenwicht als universeel humanist waarvan de non-conformistische levensstijl werd aanvaard.

Gide streefde er naar zo veel mogelijk open te staan voor nieuwe stromingen in de kunst, zoals het dadaïsme en het surrealisme. Hij voelde zich aangetrokken tot de mystieke kunst van William Blake, waarvan hij het werk vertaalde.

Op middelbare leeftijd ging hij een langdurige vriendschap en een verhouding aan met de toen vijftienjarige Marc Allégret die hij adopteerde. Later zou Allégret uitgroeien tot een bekend filmproducent.

In zijn werk zien we steeds terugkerende thema’s. Religie en zinnelijkheid. De balans zou in de loop der jaren steeds meer doorslaan naar het zinnelijke. Vanaf zijn eerste werk schreef Gide over zijn eigen leven. Zijn eigen psyche. Het zou hem nooit lukken zijn eigen ik uit te sluiten. Om die reden werd zijn werk als narcistisch ervaren.

Pas veel later komt in zijn werk zijn homoseksualiteit boven water. In zijn vroege werk ontweek hij dat nog.

In die periode verschenen zijn grote werken zoals l’Immoraliste uit 1902 en La porte étroite uit 1909.

Tijdens de Eerste Wereld Oorlog schreef hij Corydon, dat pas in 1924 werd gepubliceerd. In dit werk stelt hij homoseksualiteit in een gunstig daglicht. Hij beroept zich daarbij op grote figuren als Blaise, Pascal en Montaigne. Hij was een duidelijk voorstander van viriele homoseksualiteit die hij beschouwde als “Niet tegen natuur” maar wel “Tegen de norm”.

In 1926 kwam Les Faux-monnayeurs uit. Hij noemde het zelf zijn enige roman. Het werd in ieder geval zijn monumentaalste. Indrukwekkend zijn ook zijn “Journals” zijn dagboeken.

Toen de Amerikaanse schrijver Gore Vidal in 1948 het openlijk opnam voor homoseksualiteit  in zijn roman The city and the pilar, een doorbraak in de VS, stuurde Gide hem een exemplaar van zijn roman Corydon. Daardoor bleven zij vrienden voor het leven.

Als oprichter van de Nouvelle Revue Française in 1908 waarin zijn vrijgevochten schrijverschap door iedereen werd erkent, heeft Gide een bijzonder grote invloed uitgeoefend op latere generaties Franse schrijvers en op de ontwikkeling van de moderne Franse roman, de Nouveau Roman.

Gide’s werk werd geprezen en aangevallen. Maar zowel zijn voor- als tegenstanders erkenden zijn meesterschap over de vorm. Hij kreeg aan tal van universiteiten eredoctoraten, waaronder Oxford.

 

In 1947 ontving Gide de Nobelprijs voor de literatuur.

Gide overleed op 19 februari 1951. Geliefd en miskend. En jaar later zette de rooms katholieke kerk zijn  werk op de lijst van verboden boeken.