23 april – Saint Georges (die van de draak)
Joris, (Georgius) van Cappadocië zou zijn geboren ergens tussen 275 en 285 in een christelijke familie in Lod, een stad in de toenmalige Romeinse provincie Syria-Palaestina. Zijn vader was officier in het Romeinse leger. Hij stierf toen Joris nog betrekkelijk jong was.
Eenmaal volwassen nam Joris dienst in het leger van Diocletianus waar hij het tot officier bracht. Diocletiatus gaf bevel tot de vervolging van de Christenen, maar Joris weigerde hier aan deel te nemen. Hij gaf te kennen zelf christen te zijn. Hierop liet Diocletianus hem om brengen.
Hij is gestorven op 23 april 303. Maar is dat wel zo?
Er zijn eigenlijk geen feitelijke of historische gegevens over deze heilige bekend. De enige bron waarin hij wordt aangehaald is in de “Legenda Aurea” een verzameling van legenden welke in 1260 werd gepubliceerd. In dit werk zijn een aantal verhalen uit de Griekse mythologie in een aangepaste vorm opnieuw vertelt. Hierbij neemt een, al dan niet, bestaande christelijke held, de rol van een Griekse held over.
In de Griekse mythologie komen regelmatig draakachtige wezens voor. Een daarvan wordt door Perseus verslagen. In de Legenda Aurea is de eerste aanwijzing waarin ene Joris met een draak in verband wordt gebracht.
In Engeland was Joris, of George, al in de 8ste eeuw bekend. Er was zelfs al een Angelsaksische kerk aan hem gewijd. Tijdens de Tweede Kruistocht stelde Richard I zichzelf en zijn leger onder bescherming van Saint-George. Hierdoor werd en bleef Joris de beschermheilige van de cavalerie. Rond 1200 ontstonden er vaste regels voor het beschilderen van wapenschilden en de bijbehorende heraldiek. Het Kruis van Saint Joris werd een rood kruis op een witte achtergrond. Het kruis zou zijn ontleend aan de mantels van kruisvaarders.
Sint-Joris is een heilige waarvan men gevoeglijk kan aannemen dat hij nooit heeft bestaan. Maar in Normandië is hij ongekend populair. Er zijn tal van dorpen die hun naam aan hem te denken hebben. We wijzen op Saint-Georges-d’Annebecq in Orne, Saint-Georges-de-Livoye in la Manche, Saint-Georges-en-Auge in Calvados en Saint-Georges-du-Mesnil in Eure.
Maar waar komt deze populariteit vandaan?
De legende verwijst naar de stad Portbail. Hier zouden op miraculeuze wijze een kist met relikwieën van Saint Joris zijn aangespoeld in Normandië. Hierbij zat ook het kaakbeen van Joris. De plaatselijke heer liet meteen een kar komen om de kostbare relieken te vervoeren. Maar op weg naar de stad, weigerden de ossen die de kar trokken nog een stap verder te zetten. Dat werd gezien als een teken van boven. Op die plaats werd een kerk gebouwd voor Sint Joris. Vanaf dat moment werd Portbail een bedevaartsoord voor Normandiers.
Fantasie of werkelijkheid. Het heeft toch ergens toe geleid. De naam van Sint Joris en de draad is door de eeuwen gevestigd. Niet religieus? Dan toch in de Efteling waar het sprookje van Sint Joris en de draak via een grote rollercoaster nog steeds leeft.