6 april – Een beaullieu binnen een beaullieu.
In de tiende eeuw was lepra een veel voorkomende ziekte in Normandië. Ongeneeslijk en zeer besmettelijk. Om die reden liet Hendrik II van Engeland in 1161 bij Caen een leprakolonie bouwen. Er ontstond, op een oppervlakte van bijna 5 ha. omringd door muren, met in het centrum een gebouw in de vorm van een groot vierkant.
In 1696 was lepra bijna verdwenen, in ieder geval de behoefte aan zo’n grote kolonie was niet meer nodig. Om die reden werd het omgebouwd tot een correctioneel centrum voor bedelaars en prostituees.
Een eeuw later in 1796, werd besloten onder leiding van de intendant Jean-François Orceau een werkplaats te openen voor armen en zieken. Een kleine afdeling werd ingericht als gevangenis voor daders van kleine vergrijpen. Maar dit werk werd nooit voltooid vanwege gebrek aan financieen.
Het gebouw dat inmiddels de naam Beaullieu had gekregen, werd hierop het belangrijkste detentiecentrum van Caen. Na de vernietiging van de Chastimoine toren, een bewakingstoren en een deel van de vestingwerken, werd de Beaullieu een opvangplaats voor ongeneeslijk geesteszieken. Vanwege gebrek aan goede faciliteiten werden de patiënten tussen 1808 en 1817 in delen overgebracht naar Le Bon Saveur een klooster. Later zou Le Bon Saveur uitgroeien tot een van de belangrijkste instellingen voor openbare geestelijke gezondheidszorg In Caen.
Op 6 april 1817 wordt de Beaullieu voorgoed een gevangenis. Hiervoor worden ingrijpende verbouwingen uitgevoerd. Het bouwplan van de nieuwe gevangenis is voor die tijd vrij origineel. Vier vleugels vormen een vierkant, terwijl twee loodrechte vleugels in het midden het gebouw opdelen in vier gelijke delen. In het centrum staat, naar goed katholiek gebruik een kapel.
Dit symmetrische ontwerp maakt een strikte scheiding tussen mannen en vrouwen mogelijk.
In eerste instantie had de gevangenis grote slaapzalen, ingericht voor 800 mensen. In diverse workshops kregen de gevangenen opleiding tot ambachtslieden om hen voor te bereiden op hun terugkeer in de maatschappij. In 1823 werd het gebouw van vierkante bewakingstorens op alle vier de hoeken en in 1830 werd een centrale ingang aangebracht.
In 1842 werd de zuidelijke afdeling door brand verwoest. Deze werd herbouwd tussen 1843 en 1851. Hierbij werd besloten, om veiligheidsredenen, de zalen te vervangen door cellen. Het was een van de eerste moderne gevangenissen van Frankrijk.