9 februari – Einde van het stoomschip Normandië.
In 1932 werd in Saint-Nazaire in opdracht van de Compagnie Générale Transatlantique het stoomschip “Normandie” gebouwd. Het resultaat was een enorm passagiersschip. Met een lengte van 312,81 m. een breedte van 36,4 m. een diepgang van 11,3 m. en een hoogte van 56,1 meter was ze op dat moment het grootste schip ter wereld.
Haar inhoud was 71.300 ton. Het schip werd aangedreven door vier turbo-elektrische motoren die een vermogen van 160.000 pk leverden. De Normandië kon een snelheid bereiken van 32,2 mijl. Het was het grootste en snelste schip ter wereld en tot op de dag van vandaag is er nooit een, door stoomturbines aangedreven, sneller schip van deze omvang gebouwd. Ze verdiende de Blauwe Wimpel en deze eer heeft ze nog steeds.
Het snelle en indrukwekkende schip voer voornamelijk tussen Le Havre en New York, waar het 4 ½ dag voor nodig had.
Na de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog werd de Normandië door de Amerikaanse Marine in beslag genomen. Onderzocht werd wat de volgende bestemming voor het schip zou worden. Er werd gedacht aan een ombouw tot vliegdekschip. Maar uiteindelijk werd besloten het om te vormen tot troepentransportschip.
Het was kort na half drie in de middag van 9 februari, een koude, heldere maandag in 1942. Aan pier 88 aan West 49th Street in New York was lasser Cement Derrick bezig met het verwijderen van de laatste van de vier staanders in de grote salon. Toen zijn snijbrander zich in het metaal vrat, ontstond een geweldige vonkenregen. Het vuur kwam terecht in rollen jute die ter bescherming rond een stapel van licht ontvlambare zwemvesten waren gewikkeld. Een enorme, niet te stuiten vuurzee was het gevolg.
Het grootste deel van het schip brandde uit en de Normandië kapseisde en zonk. Het schip werd nog wel geborgen maar de schade was zo groot dat het zou te duur zijn om het te renoveren. In 1946 werd, wat eens de trots van Frankrijk was, gesloopt.