ma-deuxieme-vie

Alles over wonen en leven in Frankrijk
Alle informatie overzichtelijk & compleet

Historie van Frankrijk: Prehistorie en oudheid

Frankrijks oudste mens

Grotschilderingen bij Lascaux

Alignements bij Carnac

Wapens uit de Hallstatt cultuur

De eerste mensen moeten zich in Frankrijk gevestigd hebben tussen 1.000.000 en 400.000 jaren geleden. Dat blijkt uit verschillende voorwerpen die zijn gevonden. Een schedel die werd opgegraven stamt uit deze periode en is ca. 400.000 jaren oud.

Tussen 90.000 en 40.000 v. Chr. waren het de Neanderthalers die het Franse grondgebied bevolkten. In deze periode deed zich een grote klimaatsverandering voor en de Neanderthalers verdwenen om plaats te maken voor de Cro-Magnon. Van hen is bekend dat ze zich bezig hielden met prehistorische kunst. Uit het laat-paleolithicum zijn o.a. grotschilderingen gevonden. Maar ook graveringen en kunstig gesneden werktuigen. Deze voorwerpen zijn voornamelijk gevonden in de Dordogne waarvan de schilderingen in de grot van Lascaux het meest bekend zijn.
De grot van Lascaux omvat circa 800 gekleurde tekeningen van oerossen en andere dieren. Verschillende dieren werden levensgroot nagebootst. De rotsschilderingen dateren uit het midden- en laat-Magdalenien (15.000 - 13.000 v. Chr.)

Ook opvallende overblijfselen uit de periode van ca. 5.000 v. Chr. zijn megalieten. Deze bestaan uit dolmen, allées couvertes en menhirs. Vooral langs de Atlantische kust zijn megalieten veel gevonden, met name in Bretagne.
Als U op de landkaart van Armorica in de stripboeken van Asterix en Obelix gaat inzoomen op hun beroemde dorpje, komt U vrijwel zeker uit bij Carnac in Bretagne. Carnac heeft opvallende stenenvelden; grote menhirs staan in lange rijen (alignements) opgesteld, soms eindigend in een cromlech. Ook vindt U hier veel dolmen en tumili (grafheuvels).

Akkerbouw en veeteelt werden in 5.500 v.Chr. vanuit het Middellandse Zeegebied en later rond 4.800 v. Chr. door kolonialisatie vanuit het Rijnland in Frankrijk geïntroduceerd. De zwervende mens hield langzaam op te bestaan en begon zich permanent te vestigen.
In Bretagne ontstond in de bronstijd een centrum van bronsindustrie en -handel. Het werd een levendige tak van industrie met verkoopvertakkingen naar vele gebieden in Europa. Vanuit het Rijnland verspreidde de urnenveldcultuur zich uit over heel Frankrijk. We schrijven nu de late bronstijd.
In de ijzertijd waren de Hallstatt cultuur (750 – 450 v. Chr.) en de La Tène-cultuur (450 – 50 v. Chr.) belangrijk. De stichting van de Griekse kolonie Masalia (nu Marseille) was in deze periode van grote betekenis. Vanuit deze haven werden handelsbetrekkingen met de klassieke wereld open gelegd en onderhouden.

In het noorden van Frankrijk bloeide de Marne-cultuur op. Vanuit deze periode is veel bronzen vaatwerk gevonden, maar ook complete praalwagens. U kunt hier een sociale tweedeling in ontdekken. Er ontstond een sociale elite met typisch feodale trekjes.
 

Julius Caesar

Met de Gallische oorlogen gevoerd door Caesar (58 – 51 v. Chr.) gevolgd door de inlijving van “Gallia” in het Romeinse rijk kunnen we de prehistorie en de oudheid afsluiten.

Voor echt geïnteresseerden in deze periode is er een schitterend boekje geschreven. Prehisoire de la Normandie. Het is een uitgave uit 1976, maar met enig zoekwerk nog te vinden.
 

Boekomslag Normandische prehistorie

De Franse Middeleeuwen
Het christendom werd voor het eerst in Frankrijk geïntroduceerd in de 2de eeuw. Hoewel er in die periode nog sprake was van christenvervolging kwam hieraan een einde toen in 312 koning Constantijn zich bekeerde. Het christendom werd ingesteld als de officiële staatsgodsdienst. De kerk breidde haar invloed meer en meer uit op het leven van alledag en was omstreeks 500 naast de staat een zeer belangrijke machtsfactor.

 

 

Attila de Hun

Ongeveer vanaf het jaar 300 begon de aftakeling van het Romeinse rijk. De vorsten hadden de grootst mogelijke moeite hun gebied te verdedigen tegen invallen vanuit het oosten. Na 400 vielen de Vandalen in grote groepen het rijk binnen en onder aanvoering van Attila de Hun stootten zij door tot in Oost Frankrijk. De Romeinen trokken zich terug tot Orléans.

In 455 viel Rome uiteindelijk en Gallië werd overspoeld door Westgoten, Bourgondiërs, Alemannen en Franken. Er heerste totale chaos. Uiteindelijk bleken de Franken de sterksten.
Clovis werd in 481 de eerste Merovingische koning van de Salische Franken. Hij was het die de basis legde voor het moderne Frankrijk. Hij liet zich ook tot christen dopen.

 

 

 

 

De doop van Clovis
Karel Martel

Clothilda, een Bourgondische prinses werd zijn echtgenote. Hierdoor werd de macht en de invloed van de Franken steeds groter in de regio.
Na de dood van Clovis ontstond een strijd om zijn opvolging. Leenheren sloegen aan het plunderen, maar probeerden intussen hun gezag te handhaven. Er volgde een periode waarin niet de Frankische koningen de macht uitoefenden. Deze was in alle stilte onbewust overgenomen door de hofmeiers, hun ambtenaren.

In 732 was het een van de hofmeiers, Karel Martel die definitief de macht greep en zich uitriep tot de eerste Karolingische koning. Martel zag kans om veel gezag en edelen om zich heen te verzamelen. Toch, Carolus Magnus, bij ons bekend als Karel de Grote was het die van Gallië één rijk maakte. Op 25 december van het jaar 800 werd hij door de paus tot keizer gekroond. Hij werd de stichter van het Heilige Roomse rijk. Het was zijn verdienste een groot aantal landen in midden en west Europa bij elkaar te houden en tot een eenheid te smeden.

 

 

 

 

Karel de Grote

Het Karolingische rijk ten tijde van Karel de Grote

Na de dood van Karel de Grote werd zijn rijk verdeeld onder zijn drie zoons. Weer deed zich een periode van oorlogen voor. Dit was vooral te wijten aan de uitbreidingsdrift van naburige hertogen. Francia, het westelijke deel van het rijk van Karel de Grote leek hiervoor de tol te gaan betalen.

In 843 kwam er een einde aan het gekrakeel. Het Verdrag van Verdun werd gesloten. Het gebied ten westen van de rivieren Schelde, Maas, Saône en Rhône viel in het koninkrijk van Karel de Kale. Zijn opvolgers waren meer met zichzelf dan met het bestuur van het land bezig. Daardoor verzetten zich tal van regionale vorsten tegen het bewind en scheidden zich af van het Frankische rijk. Onder Karel III de Dikke, werd de eenheid weer enigszins hersteld, maar het noodlot sloeg weer toe. Deze Karel werd in 887 afgezet. In de periode hierna werden de contouren van het latere west en oost Frankische rijk zichtbaar. Uit deze delen zouden uiteindelijk Frankrijk en Duitsland ontstaan.

Rond 900 werden de invallen van de Noormannen ernstig. Zij veroverden steden als Rouen en stonden voor de poorten van Parijs. Karel de Eenvoudige deed zijn naam eer aan. Hij was niet simpel zoals werd verondersteld, maar duidelijk, rechtlijnig en eenvoudig in zijn uitleg. Deze Karel sloot een verdrag met Rollo de Viking en in 911 erkende hij zijn status.
Bij het Verdrag van Saint-Clair-sur-Epte werd Rollo benoemd tot Hertog Robert I van Normandië, zoals hij de streek voortaan zou noemen.

 

 

 

 

Karel de Eenvoudige

Andere leiders, onder wie Robert I en Lodewijk IV, van het Frankische huis hadden grote problemen met hun vazallen. Naast Normandië ontstond nog een territoriaal vorstendom, Vlaanderen. Uiteindelijk, onder het bewind van Lodewijk V viel definitief het doek over het Karolingische huis.

Hugo Carpet werd met steun van Duitsland gekozen tot koning. In 987 begon de dynastie van de Carpetingers. Deze dynastie slaagde er in het koningschap bij erfopvolging veilig te stellen.
Hun macht hield ten zuiden van de Loire op. In het noordelijk deel van het rijk was de steun voornamelijk te danken aan de hulp van een aantal bisschoppen.
Onder Lodewijk VI ontstond er rust in het rijk. Zijn hertogen konden tot kalmte en medewerking worden overgehaald.
In 1124 wist Lodewijk een invasie door de troepen van de Duitse keizer tot staan te brengen.
Zijn zoon, Lodewijk VII sloot een slim huwelijk met Eleonora van Aquitanië. Daardoor wist hij zijn invloed tot aan de Pyreneeën uit te breiden.

Lodewijk en Eleonora scheidden en de laatste trouwde in 1152 met Hendrik II Plantagenet. Hendrik kon daardoor zuid Frankrijk aan zijn rijk toevoegen.
Twee jaar later werd Hendrik ook nog eens koning van Engeland. Hij vormde een wezenlijke bedreiging voor Frankrijk.
De opvolger van Lodewijk VII, Philips II Auguste, zag kans om grote delen van Frankrijk opnieuw te heroveren. In 1214 won hij bij Bouvines de slag tegen de Vlaams – Engelse coalitie. Deze overwinning verschafte hem veel aanzien zowel in Frankrijk als in de rest van Europa.

 

 

 

 

Philippe II Auguste

In de 13de eeuw werd door verschillende vorsten het Franse kroondomein verder uitgebreid. Een deel van de Languedoc en de streek rond Toulouse werden ingelijfd.
De eerste absolute vorst over Frankrijk werd Philips IV, de Schone. Deze Philips raakte in een ernstig conflict met de paus in Rome. Dit conflict draaide om de macht van de Tempeliers. De zaak liep zo ernstig uit de hand dat onder zijn dwang hij zelfstandig een paus benoemde die onderworpen was aan het gezag van de koning. Deze paus, Clemens V, vestigde zich in 1309 in Avignon, en deze periode luidde de Babylonische ballingschap der pausen in.

 

 

 

 

Philips de SchoneHouten beeld in de Groeningeabdij te Kortrijk
Richard Leeuwenhart

Philips IV werd na zijn overlijden opgevolgd door zijn zonen; Lodewijk X, Philips V en Karel IV. Deze laatste stamde in rechte lijn af van de Carpetingers.

Na de dood van Karel IV ging de macht over op Philips VI. Intussen maakte ook Edward III, de Engelse koning, aanspraak op de Franse troon. Het gevolg hiervan was de 100-jarige oorlog.

Hendrik II van Engeland werd opgevolgd door Richard Leeuwenhart. Deze trok op naar Jeruzalem tijdens een van de Kruistochten. Op de terugweg naar Engeland werd hij gevangen genomen door een groep van internationale edelen onder aanvoering van Leopold van Oostenrijk. De zich miskend voelde broer van Richard, Jan zonder Land werd door de Franse koning Philips II Auguste aan de macht geholpen.

Lang duurde de voorspoed van Jan zonder Land niet. Hij werd gedwongen Normandië af te staan. Voor het eerst in drie eeuwen kwam dit gebied weer onder Frans bewind. Normandië bleef echter een gewild object voor Engeland. In 1346 stuurde Edward III van Engeland een groot leger naar Normandië. Deze invasie vormde het begin van de 100-jarige oorlog. Normandië veranderde regelmatig in een groot slagveld. Tot 1436 waren de Engelsen steeds aan de winnende hand.
Als belangrijkste oorzaak van de verliezen wordt uitgegaan van de epidemische builenpest van 1348 tot 1352. Ongeveer 25% van de Franse bevolking (tussen 4 tot 5 miljoen mensen) overleden aan deze ziekte. In Frankrijk was een tekort aan strijdvaardige mannen ontstaan.

 

 

 

 

De builenpest waart door de straten

In 1360 werd Frankrijk bij het sluiten van de (tijdelijke) vrede van Brétigny gedwongen delen van het rijk, o.a. Aquitanië en Calais af te staan aan de Engelsen. Bourgondië bleef behouden.
Onder Karel V wist Frankrijk zich definitief te herstellen.
Zijn zoon, Karel VI werd in 1392 krankzinnig verklaard. Een raad van regenten nam vanaf dat moment de feitelijke macht over.

Dat ging natuurlijk niet zonder slag of stoot. Jan zonder Vrees van Bourgondië en Lodewijk van Orléans maakten elkaar het leven onmogelijk. Dat was koren op de molen van de Engelse koning. Hij versloeg de Fransen in 1415 tijdens de slag bij Azincourt.
Een bijzondere gebeurtenis in deze tijd was de bevrijding van Orléans door Franse troepen onder aanvoering van Jeanne d'Arc, de Maagd van Orléans. Op 30 mei 1431 werd zij, na gevangenneming door de Engelsen op de brandstapel ter dood gebracht.

Jan zonder Vrees werd enige tijd later vermoord. Daarop kozen de Bourgondiërs de zijde van de Engelsen. Philips de Goede, van oorsprong Bourgondiër ging de Fransen voor in het vervolg van de strijd. In 1435 slaagden zij er in Normandië en Guyenne op de Engelsen te heroveren. Hiermee kwam een einde aan de 100-jarige oorlog.

 

 

 

 

Jeanne d'Arc

 

 

Philips de Goede